- Home-Locking AC-05

- Home-Locking AC-05


 
  
 
 
 


-Alarmcentrale.
Er moet een stopcontact van 230v voorzien worden voor de voeding van de centrale.
Maximum 10 meter van router voor perfect signaal overdracht.
Indien men wenst dat de kabel niet zichtbaar is moet men een kabel van 0.5x3 aan de achterkant laten uitkomen waar op 6VDC staat.
Plaats deze zo dicht mogelijk bij ingang van de woning en op ooghoogte.
Probeer deze zo te plaatsen dat deze niet zichtbaar is van buiten.

-Draadloze PIR-detectoren plaatsen.
Monteer de detector op een trillingsvrije wand.
Montage hoogte tussen 2 en 2,75 meter.
Houdt rekening met de reflectie van invallend licht en zonlicht.
Meerdere PIR's in 1 ruimte is mogelijk, zij beinvloeden elkaar niet.
Een PIR met een groot detectiebereik nooit in een kleine ruimte plaatsen.
Het detectiebereik wordt beperkt door alle materialen die ervoor worden geplaatst.
Plaats een detector altijd met zijn achterkant naar de te verwachten problemen zodat de indringer dwars door het detectieveld moet lopen.
De grootste detectiegevoeligheid is haaks op de detector (door de beams/bundels).
Plaats de detector daar waar een indringen wordt verwacht.
Houdt rekening met tocht en warme luchtstromen.
Plaats de detector zodanig dat deze niet bereikbaar is van buiten het beveiligde gebied.
Zorg dat het einde van de beams/bundels op een stabiel referentie vlak eindigen.
Deze werken op batterijen.

-Deur/raam contacten.
De sensor bestaat uit 2 delen en als die delen geen verbinding meer maakt, gaat het alarm af.
Zender plaatst men op de kader van de deur en de magneet op de deur.
Plaats de sensor op de ramen en deuren waar de kans op inbraak groot is.
Zorg ervoor dat de sensor bij een deur vrij hoog zit, zodat je hem er niet per ongeluk eraf schopt of je kat eraan gaat krabben.

-Water-detectoren.
Deze plaats je het best ergens in de omgeving van een waterkraan vb wasmaschine,vaatwasser,ketel enz.
Deze werken met batterijen.

-Gas-detectoren.
Er moet een stopcontact voorzien zijn voor de voeding van 230VAC
Deze worden tegen de wand geplaatst.
Deze plaats je in de kamer waar er kans op gaslek ontstaat vb openhaard op gas,gasketel enz.

-Glas-detectoren.
Deze moeten tegen de wand geplaatst worden ergens in het midden van de kamer met ramen.
Deze werken met batterijen.

-IP camera binnen of buiten.
Er moet een stopcontact van 230vAC voorzien worden voor de voeding van de ip-camera of een voeding van 12VDC.
Een utp kabel moet er zijn die rechtstreeks aan de router kan verbonden worden.
Een IP-camera hang je net als een bewegingsmelder het beste op een plek waar een ongewenste gast zeker langsloopt.
Je kan er ook voor zorgen dat hij in de buurt van je meest waardevolle spullen hangt, zodat je zeker weet dat de inbreker goed op beeld staat.

-Bewegings-detector met camera .
Er moet een stopcontact van 230vAC voorzien worden voor de voeding van de camera of een voeding van 12VDC.
Montage hoogte tussen 2 en 2,75 meter.
Houdt rekening met de reflectie van invallend licht en zonlicht.
Meerdere PIR's in 1 ruimte is mogelijk, zij beinvloeden elkaar niet.
Een PIR met een groot detectiebereik nooit in een kleine ruimte plaatsen.
Het detectiebereik wordt beperkt door alle materialen die ervoor wordengeplaatst.
Plaats een detector altijd met zijn achterkant naar de te verwachten problemen zodat de indringer dwars door het detectieveld moet lopen.
De grootste detectiegevoeligheid is haaks op de detector (door de beams/bundels).
Plaats de detector daar waar een indringer wordt verwacht. Houdt rekening met tocht en warme luchtstromen.
Plaats de detector zodanig dat deze niet bereikbaar is van buiten het beveiligde gebied.
Zorg dat het einde van de beams/bundels op een stabiel referentie vlak eindigen.

-Sirene buiten.
Er moet een stopcontact van 230vAC voorzien worden voor de voeding van de centrale(niet bij alle sirenes).
Deze moet voldoende hoog geplaatst worden aande voorkant van de woning; -Siren-binnen. Er moet een stopcontact van 230vAC voorzien worden voor de voeding van de centrale.
Plaats een sirene waar je die overal in het huis kan horen bijvoorbeeld dichtbij de trap of in de woonkamer. Heb je een sirene met een lichtsignaal, plaats deze dan in de ruimtes waar je vaak bent zoals je woonkamer of je slaapkamer.

-Signaalversterker.
Er moet een stopcontact van 230vAC voorzien worden voor de voeding van de versterker.
Vooral in grote huizen kan er een te grote afstand ontstaan.
Plaats de signaalversterker halverwege tussen de sensoren en het bedieningspaneel, zo weet je zeker dat alle meldingen binnenkomen op het bedieningspaneel.

-Beam-detector.
   -Draadloos.
Montage tegen wand/muur of op een beugel.
Er moet een stopcontact van 230vAC voorzien worden aan elk beam stuk (links en rechts) voor de voeding of een voeding van 12VDC.
   - Solar draadloos.
Montage tegen wand/muur of op een paal doorsnede 36mm tot 42mm.
Die krijgt de spanning opgewekt door de zon.
Nodeloze alarmen = Bij externe installaties kunnen beamdetectoren worden onderbroken door willekeurige zaken, zoals dieren, bladeren, papier of plastic tassen, etc., waardoor nodeloze alarmen kunnen worden veroorzaakt. Het aantal nodeloze alarmen is afhankelijk van:
1. Het aantal beams dat wordt onderbroken De detectie van een voorwerp dat de beams doorkruist is afhankelijk van het aantal beams dat wordt onderbroken en de omvang van het voorwerp. Een kleine vogel zou bijvoorbeeld worden gedetecteerd door een 2-beam detector,terwijl een 4-beam detector deze nooit zou detecteren.
2. De reactietijd. De reactietijd is de periode waarin de beams zijn onderbroken door een voorwerp voordat een alarm wordt afgegeven. De periode waarin een beam wordt onderbroken door een voorwerp is afhankelijk van de omvang en snelheid van het voorwerp. Een zeer snel bewegend, groot voorwerp kan een beam net zo lang onderbreken als een langzaam bewegend, klein voorwerp. Het wordt doorgaans aanbevolen eenreactietijd van 100m/s of meer in te stellen voor beamdetectors. Een beam detector welke aan de onderzijde van de zuil is gemonteerd,kan echter worden ingesteld op een maximum vertragingstijd om onechte alarmen te voorkomen die kunnen worden veroorzaakt door kleine dieren,zoals konijnen, katten, etc.
3. De afstand tussen zender en ontvanger.
4. De weeromstandigheden (regen,mist,etc.).
5. De topografische omstandigheden (hoe vlak de grond is,richting,etc.) (zie de installatieaanbevelingen).
    Een product moet worden gekozen op basis van het aantal nodeloze alarmen die men voor de gekozen alarm opvolging accepteert.